It giet oan, of: lessen trekken uit de regio
Ingegeven @ di 07-02-2012
De Elfstedentocht toont aan: cultuur stamt uit de regio. Niet de cultuur van de musea, de theaters en concertgebouwen maar die van het vieren van verleden en natuur. Bestuur is (inter)nationaal, cultuur stamt uit de regio. De uitwisseling tussen die beide is van belang. Het kosmopolitisme zou er zomaar aan voorbijgaan dat regiocultuur een land vitaliseert, er betekenis aan geeft. De evolutie laat het landleven voorafgaan aan het stadsleven. Het landleven bewaart dus culturele bronnen voor het stadsleven en houdt die ter beschikking. Voor als de vorst aanhoudt bijvoorbeeld.
We kunnen in het Westen van ons land nog zo ons best doen om de Tocht der tochten naar de kroon te steken, maar wat we ook proberen, het kan daar niet aan tippen. Wereldfaam opdoen in Oostenrijk met baantjes rijden? Nog liever staan de snelste schaatsers aller tijden klaar voor de Elfstedentocht.
Het is zoals Margriet Oostveen in haar column gisteravond schrijft: je kan beter hysterisch worden over de Elfstedentocht dan over de euro of de boerka. Het in onzekerheid gehouden worden over een vast te stellen datum heeft ons land in het verleden doen balanceren “op de rand van een zenuwinstorting”, aldus Oostveen. En dat is dan nog eufemistisch uitgedrukt.
De protojournalist die met een snelle scoop wil scoren wordt door rayonhoofden en ijsmeesters geschuwd. Het gaat hier niet om een systeem waarbij je op een knop drukt of met managersallure iets in werking stelt. Nee, dit is cultuur. Hier komt het erop aan aandachtig naar het ijs te luisteren en naar elkaar. Systeem, dat is er zeker. IJsmeesters weten precies wat hen te doen staat, waar wanneer te boren, wie wanneer te bellen voor het resultaat. Loop ze daar niet voor de voeten, vanuit je steedse nieuwsneurose en met je snelle maar inwisselbare verslaggeversjargon.
Hier komt de retrojournalist van pas. Ik noemde er hierboven al een (Oostveen betrekt haar hele column op voorafgaande elfstedenjaren). Een ander is Matthijs van Nieuwkerk met zijn voortreffelijke elfstedencoterie op televisie gisteravond. Tal van prominenten zaten aan – veel bekende gezichten vanwege Van Nieuwkerks ongebreidelde belangstelling voor sport – en het snuiven aan ervaringen uit vroegere Elfstedentochten was dan ook niet van de lucht. Een kernvraag die Van Nieuwkerk maar bleef stellen – aan welk signaal lezen ijsmeesters de te verwachten vrieskou af, het uitvallen van kattenharen of iets dergelijks? – typeert de echte retrojournalist. Zij werd tenslotte ook beantwoord. Als de eenden stil worden, ophouden met kwaken, dan komt de echte vorst eraan.
De regio mag dan bestuurd worden vanuit het landelijk gekozen staatsgezag, de staat kan het niet stellen zonder voeding uit de regio. In materiële zin al niet, maar niet alleen dat. Vooral ook cultureel. Zoals Van Kooten en De Bie twee typetjes ontlenen aan, hun taal en humor hebben vormgegeven uit het Haagse. Een plek, een buurt, een regio, daar komt de tegenstroom vandaan. It giet oan. De Fries dicteert ons waar het tintelt in de samenleving. Die uitroep mag dan ook wat mij betreft cultuurbreed worden uitgelegd. Opdat er nog veel meer gaat tintelen in de verlamde geest van televisieconsument en politiek.