Hoe Yu Dan ons een lesje leert

Ingegeven @ di 29-03-2011

De Chinese Oprah Winfrey, Yu Dan, vertelde ons gisteravond in een uitstekende aflevering van VPRO’s Tegenlicht waarom China ons voorbijstreeft in het aanzien van de wereld: zij, Yu Dan, vertelt verhalen op tv over de – confucianistische – cultuurgeschiedenis. Maar dat hebben wij toch ook? Wij hebben toch films en documentaires over ons culturele verleden? Mispoes, die zijn niet bedoeld het hele volk aan te spreken, zij missen het effect van een Chinese Oprah Winfrey. Wij zijn gewend, al sinds de Augustijnse tegenstelling tussen uti en frui, nut van pret te onderscheiden en vooral te scheiden. Geen verplichte lessen in wat als pret bedoeld is (vakantie, recreatie, feest), geen plezier beleven aan wat nut moet voortbrengen (zoals de school, in de fabriek of op kantoor). Geen didactiek in een vermaaksprogramma op tv. Hoe lolliger en leutiger hoe beter!

Maar dan voegen we toch, als dat inderdaad een culturele achterstand mocht opleveren, gewoon een cursus cultuurgeschiedenis toe aan het onderwijsprogramma van de basis- en middelbare school? Weer mis. Door de oefening in historisch denken bij Chinezen in het algemeen, dus niet alleen op de tv, maar ook op school, op straat en in het dagelijks verkeer, begrijpt men in China niet alleen de eigen cultuurgeschiedenis beter dan wij de onze, men begrijpt ook meer van onze geschiedenis dan wij. Zo gaf professor Tu Weiming een aardig, helder overzichtelijk lesje over de Verlichting, met haar voors en tegens. Inclusief verwerking daarvan in het China van vandaag. De Chinees die ons om onze oren slaat met onze eigen cultuurgeschiedenis zal binnenkort geen uitzondering meer zijn, maar regel. We zullen de betere geschiedenislessen krijgen van Chinese leraren in China. Waarom? Omdat geschiedenis, zoals gezegd, een dagelijks issue is voor iedereen in China, en het weinig moeite kost daarin de westerse geschiedenis een plaats te geven, waarvan de resultaten alomtegenwoordig zijn in China. Wie bij alles nadenkt over hoe het is ontstaan, volgens Tu Weiming “the global significance of local values”, wie bereid is zijn van oorsprong christelijke dogma van ieder-voor-zich-of-God (aldus Yu Dan; “waar jullie zeggen O my God!, zeggen wij O Moeder!”) daartoe te relativeren, die heeft de beste papieren om zowel het eigen als andermans verleden te begrijpen.

Hoe jammer, als het Westen, net als met de milieucrisis, van buitenaf krijgt opgelegd hoe het moet handelen, en niet van binnenuit begrijpt dat er iets fundamenteels mis is. Terwijl China alle kanten op beweegt, van walgelijke culturele revoluties (zie Song in Tibet, ook op televisie: wat een culturele slachting!) tot megakapitalistische projecten tot giga-invloeden uit het verleden, blijft het Westen star vasthouden aan zijn eenmaal ingeslagen weg van economisch en cultureel individualisme. Ook al brengt die starheid tal van ict-ontdekkingen en –revoluties voort, het blijft een starre route die door niets gecontroleerd of bijgestuurd wordt. De les is duidelijk. Het enige wat bij kan sturen is een breed en rijk en liefdevol gebracht programma van humaniora in het basis- en middelbaar onderwijs. En een maatschappij die dat van harte ondersteunt en eraan bijdraagt. Het is dit laatste óf het leraarsstokje overhandigen aan China. Als geknechte rijkaard met al zijn slimme spulletjes mogen we gaan toezien hoe Tu Weiming onze studenten onderwijst in hoe we moeten leven.

Welnu, ik ben er klaar voor. Ik heb The Analects al in de kast staan. Kan ik meteen mijn vinger opsteken of recht gaan zitten met mijn armen over elkaar als er een vraag komt. Ik tweet nog steeds niet, nee, ik doe daar niet aan mee. Het voelt wat mij betreft niet aan of je bij de tijd bent als je tweet. Het voelt eerder aan alsof je achter loopt, de boot mist. Gek hè?