Elsbeth Etty en haar te korte bocht

Datum: ma 19-12-2011. In: Verhaal & Actualiteit

Beste mevrouw Etty,

De blog op de website van de NRC is opgedoekt dus ik geef u mijn commentaar maar per e-mail.

In uw laatste column (NRC 13-12-11; nee, ik weet het, nog niet uw allerlaatste; ik vind het te betreuren dat uw column gaat verdwijnen) verklaart u zich groot voorstander van meer democratie op Europees niveau. Om zo met het primaat van de economie te kunnen breken. Ik wens u sterkte met uw ideaal, maar ik geloof er niet in. De meeste mensen vinden het nu eenmaal prachtig, dat primaat. Democratisch rechts kiest daar uitdrukkelijk voor. Men voelt zich daar prima bij.

Maar u betrekt een derde speler in uw betoog, het populisme. Dat staat volgens u – en niet zonder reden – vijandig tegenover het idee van een democratische controle. Het is met dat populisme alleen maar ‘vastklampen aan identiteit’ en daar komt maar racisme, opsluiting en buitensluiting van. Dit laatste komt in uw columns vaak voorbij. Bij links is het een ‘populaire’ mening (zo kon ik mij daar zelf heel lang in vinden) die, en neemt u mij niet kwalijk, erin gaat als een slogan die alleen maar waar wordt bij de gratie van herhaling.

Stel nu eens dat het andersom is. Stel dat er een systeem – het christendom – al ver voor het door u gehekelde nationalisme heeft gedomineerd, waarbij discriminatie in het vaandel heeft gestaan. Stel dat u nu bezig bent dat – veel grotere en veel invloedrijkere – systeem uit de wind te houden door het toe te dekken met vervangende systemen. Zoals daar is het nationalisme. Stel dat buitensluiting en racisme in structurele zin al – ver – vóór het nationalisme hun intrede deden, waarbij buren elkaar leerden haten door de verschillen van hun overtuigingen uit te vergroten. Bedenk, als ik u mag verzoeken, daarbij dat ook joden, homoseksuelen en negers nationalistische Duitsers konden zijn vóór WOII. Dat ook moslims goede Serviërs geweest zijn en protestanten ‘pure Ieren’. Dat bepaalde immigranten uit tal van – soms ook verre – oorden dikwijls nauwelijks geminacht en gehaat worden door verfente immigrantenhaters. En – last not least – dat alle zojuist genoemde kenmerken allerminst een nationaal, maar veeleer een internationaal, en, met nadruk, westers verschijnsel zijn.

Dat alles wijst veeleer op het westers-zijn van het door u en mij gehekelde verschijnsel dan op het nationaal-zijn. Wat zeggen uw nationalisme-theorieën daarop? Dat het makkelijker schelden is op een geografische abstractie dan op een kerk die haar boontjes weet te doppen zodra ze aangevallen wordt? Dacht het even niet!

‘Het eeuwige geschreeuw’ om identiteit, zoals u schrijft, is inderdaad ‘eeuwiger’ dan u veronderstelt. Het heeft, dat lijkt mij zeer aannemelijk, veel om het lijf gehad om niet alleen een structurele haat voor andersdenkenden te planten in de hoofden van gelovigen, maar om zich ook moreel te leren verplaatsten in het denken van een ver woestijnvolk. Het zelfbeeld van onthechting, ballingschap, ‘de vreemdeling op aarde’ is in Europa vele eeuwen bij ieders doopsel toegediend.

Uw ‘fatwa’ tegen de zoektocht naar identiteit en herkomst is contraproductief. Zij vergroot het lijden van het door de godsdienst aangeleerde nergens-bijhoren, het lijden van het deel uitmaken van een anonieme – ooit, maar inmiddels steeds minder gelovige – ‘massa’. Als we ons vanuit een identiteit van stemvee dienen te bevrijden van de volkswoede zie ik daar historisch geen greintje ondersteuning voor. Integendeel. Lees Jacob Talmon er maar op na. Ik neem aan dat het u te ver zou gaan om ook nog eens Manuel Castells’ The information age te lezen. Net als de door u genoemde Zizek is hij een Marxist, maar met een op dit moment noodzakelijk begrip voor de minder bedeelden in de wereld op technologisch-cultureel gebied.

Volkswoede verklaren vanuit de onderdrukkende invloed van een traditioneel monopolistisch denkende elite in Europa lijkt mij productiever dan haar te verklaren vanuit een negentiende eeuwse cultus rond de abstractie van een landsgrens. Ons moet niet in Europa het democratisch anoniem-zijn worden voorgehouden, maar het culturele iemand-zijn. Om, naast de onvermijdelijke globalisering, een begin te kunnen maken met een nieuw verhaal waar we meer mee hebben dan met een natiestaat. Als literatuurcritica zou u dat den volke moeten gunnen. “Geef ons heden ons dagelijks verhaal.” Met de nadruk op “ons”.

Met vriendelijke groet.