Kerstmis mist de kern van het bestaan

Datum: di 24-01-2012. In: Verhaal & Actualiteit

Rond de kersttijd ervaar ik de natuur, de kosmos, de mensen om mij heen als een samenklontering. Van cultureel en sociaal leven. Dat zou met een ander feest ook zo zijn in die tijd van het jaar. Er moet zich iets voltrekken. Een ritueel, een samenkomst of wat dan ook. Het kan gewoon niet anders. Er heerst een diepste duisternis en een langste nacht. Als in het binnenste van een klamme hooimijt ontstaat er broei, verhoogde intensiteit en energie door samenkomst van culturele en sociale schimmels die in het donker gedijen.

Maar dan is er kerstmis. Hoe ver moet je het zoeken om een intiem volksfeest vorm te geven? Waarom wordt de kern van het bestaan geboren in een stal in Bethlehem? Is het dat wat er broeit in mijn sociale en culturele leven, een volksverhaal van een mooi maar ver woestijnvolk, een epos over een cultuurheld die in mijn geschiedenis ter plaatse geen rol speelt, behalve als een afgeleide, een symbool? Heb ik dan zelf geen volksverhaal over waar mijn voelhorens zich uitstrekken?

Het feest dat de bevestiging moet zijn van mijn bestaan, de culminatie van betekenissen die ik daaraan geef (ik grijp de kans aan om hier mijn lijfspreuk, ‘de zin van het leven is er zin aan te geven’, mee te geven), datzelfde feest is geen verdichting van betekenissen maar een transcendentie. Het kerstfeest tilt mij boven het bestaan uit in plaats van mij daarin te laten neerdalen en broeien, energie ontwikkelend voor het nieuwe jaar, waarin de hooiberg vlam zou moeten vatten. Het kerstfeest wil mij een volksgeloof laten vieren over een Zoon van God in Israel. Over een broederschap van alle volkeren der aarde en over het succes van onze wereldhandel in de vorm van kerstkado’s. Drie zaken die mij uittillen boven de verstilling van een intieme bezinning op mijn wereld.

Kerstmis maakt mij ongelukkig. Niet zozeer omdat het hogere mij ongelukkig maakt. Maar omdat het mij vervreemdt van wat betekenis zou moeten krijgen in de samenballing van het jaargetijde. Excusez-moi, Zoon van God, maar van het veengebied aan de Amstel waar ik woon kent u het fijne niet. Het is nu juist dat en zijn diepere betekenissen – en ja, die zijn er in zo’n veenland – die ik een keer per jaar wil meemaken. In uw geboortetijd toevallig.

U leert dat wie u volgen zijn bestaan moet willen opgeven, ja zelfs haten. Zoals het in de Bijbel staat, met familie en geschiedenis en al. Niet dat u dat nu nog van de daken roept, dat klinkt immers niet vriendelijk. Maar zo is het wel gegaan. (Had dat Tweede Vaticaans Concilie een tiental eeuwen eerder gehouden. Dan had ik nu geweten waar die malle kerstboom en die kransjes vandaan kwamen.) We hebben alleen u en onze kerstboom met de kerst. En dat wringt ook nog. U draagt transcendentie uit en de kerstboom verbinding met het aardse.

We worstelen met u, vereerde Zoon van God. Het ligt in uw aard het bestaan van bovenaf te bekijken, alsof u en uw geloofsgenoten satellieten zijn. De verlegenheid is groot in uw geboortetijd. Is u dat niet opgevallen? Het geeft misschien een groots gevoel, de wereld als één wereld te beleven, op kerstavond in de kerk, bij het stalletje in huis of in de etalage of aanzittend aan de kerstkalkoen. Maar we raken in verlegenheid als het om onze eigen waarden en gebruiken gaat. Vrede op aarde betekent iets volkomen anders dan vrede met de buren of met je broer of zus. Dat wordt immers niet gevierd, kleine vredes staan volledig in de kou als het aan u ligt. Familieleden zijn maar figuranten, die je haast toevallig tegenkomt, goed- of kwaadschiks, dat is niet het belangrijkst, in het Verhaal van uw geboorte. Het menselijke Welbehagen is uw ideaal. Het staat onwaarschijnlijk ver bij ons vandaan.

Ik heb, met uw welnemen, kerstmis uitgeroepen tot “Driekoppige Ontkoppelaar”. Hoe lijkt u dat? Driekoppig vanwege de drie k’s van kerstening, kapitalisme en kosmopolitisme die er alledrie in samenkomen. Het is even een mondvol maar het drukt dan ook de samenballing van al het hogere uit met kerstmis. In drie fases is uw grondgedachte over naastenliefde over ons verspreid. De fase van de kerstening (met de Belofte van uw Wederkeer op aarde), gevolgd door die van het kapitalisme (het Ware Leven alvast op aarde voorbereiden door middel van hard werken aan vooruitgang, industrie), en de verbroedering van alle mensen door het wereldburgerschap (zoals dat ook in humanisme en socialisme is vertegenwoordigd).

U ziet wel, Zoon van God, het is niet misselijk wat er namens u is aangericht. Nu blijkt dat we hier op aarde toch wel in verlegenheid geraakt zijn vanwege de abstracties waar we naar moesten leven (nog steeds worden de drie k’s door de leidende partijen van het Westen uitgedragen, de christelijke – naar u vernoemd, bij ons in Nederland het CDA – , de kapitalistische – bij ons de VVD – en de kosmopolitische – bij ons de PvdA en nog een paar). Wordt het niet eens tijd wat meer te gunnen aan het aardse? Waarmee ik niet bedoel uw welbehagen te vervangen voor het verval in de verlustiging van wereldse genietingen waar u zo’n – naar mijn smaak wat overdreven – aanstoot aan neemt. Evenmin bedoel ik daarmee de aardse goederen voor eens en voor altijd eerlijk te verspreiden (ook al moet u toegeven dat uw geloofsgenoten daar niet erg naar geleefd hebben). Nee, ik bedoel daarmee de mensen die nu nog enkel in de grote k’s geloven tegemoet te treden met een vrijbrief voor hun hechting aan familie en omgeving. Ook wel ‘wortelen’ genoemd, of ‘culturele eigenheid’.

Dat veronderstelt meer dan vrijblijvend toestemming verlenen. Dat veronderstelt het met de billen bloot gaan, het openlijk erkennen van een eeuwen durend totalitarisme dat ons bij het vieren van de jaarfeesten nog in zijn greep houdt.

Uw project mag langzamerhand best megalomaan genoemd worden, vindt u niet? Topzwaar mag ook, in ieder geval iets wat wijst op een teveel aan hoogte, te weinig bezonkenheid, teveel universalisme, te weinig hier en nu. Teveel hoofdletters en hoge tonen, te weinig lage, op het leven afgestemde tonen. Teveel abstractie kortom. Verwaarlozing van het nabije.

U vraagt mij wat een verdieping in het concrete en het nabije eigenlijk moet voorstellen? Misschien moest u een keertje bij de bibliotheek van Ritman op de Bloemgracht langs? Alles over ‘gnosis’, dat de kern van het bestaan zoekt in de mens. Of, ook hier in de buurt, als u er wordt toegelaten tenminste (de veerdienst wordt gestaakt op het moment suprême), op het eiland Ameland als daar Sunneklaas gevierd wordt. Een feest over het rondwaren van voorouders waar de drie k’s geen vat op hebben kunnen krijgen. U kan ook een kijkje nemen in het u geheel onbekende polytheïsme van niet-westerse culturen. (Dat van die kinderofferende Kanaänieten uit de Bijbel was toch min of meer een persiflage of een hyperbool, of niet?) Maar misschien is dat nu weer teveel gevraagd.

Hoe een plaatselijk gebonden ‘kerst’ te vieren? Zoals (NB!) de Joden dat goed kunnen met hun feesten, de Chinezen en de Hindoes. De mens is inventief, hij vindt wel weer een terugweg naar de dingen uit zijn buurt of leefgemeenschap. Maar die verlegenheid met de drie k’s, daar moeten we vanaf. Okay, ze zijn er nu eenmaal, maar blinde onderwerping is het tegendeel van vruchtbaar. Dan vind je nooit jouw sociale, culturele broeimoment. Dan blijft het einde van het jaar een optelsom van kerststal, kerstmis, kerstboom en een wenspakket met vuurpijlen en rotjes. Daar gaan ze, samen met je voornemens. Poef. Weg. Alsof er niks belangrijks is gebeurd.

PS
Kijk nu toch eens hoe ik met het bovenstaande weerklank vind in de NRC van gisteravond. J.L. Heldring tracht in zijn column ‘Vasthouden aan het vertrouwde’ een overgang te maken van zijn journalistieke huiskosmopolitisme tot meer begrip voor het lokale. Daarbij citerend uit bronnen die dat ook doen. Maar zie nu eens hoe hij erfgoedzoekers en lokale wortelaars te kijk zet als kwetsbare slachtoffertjes van het globaliserende geweld. Waar alleen de weerbaren onder ons tegen zouden zijn opgewassen. Oftewel diegenen die aan nostalgie geen boodschap hoeven hebben omdat zij die wereld aankunnen, vrijelijk hun identiteit verspreidend over alle volkeren der aarde. (Althans, zoals die volkeren zich in het veilige dagelijkse nieuws van krant en televisie aandienen.)

Maar mijn waarde Heldring, de arme mensen die u noemt zijn niet het slachtoffer van een soort natuurgeweld of een ontwikkeling die als een evolutionaire wet over ons wordt afgeroepen. Dan zouden natuurverschijnselen, wereldoorlogen en mondiale cultuurverschuivingen tot dezelfde categorie gerekend kunnen worden. Uw soort van ‘globalisering’ is van een heel andere, en wel ideologische aard. Uitgedragen door de politieke richtingen die u in uw column noemt (liberalisme, socialisme).
Uw ‘globalisering’ wordt ons opgedrongen door dezelfde politieke idealen waarvan u betwijfelt of zij obsoleet geworden zijn. Dat is wat er wringt. Het hemd is nader dan de rok. ‘Wij’, weldenkend democratisch Nederland, doen het deze ‘arme mensen’ aan, gewoon door partijpolitiek te bedrijven, besluiten te nemen vanuit de wereldvisie van hetzij het christelijke, het kapitalistische of het kosmopolitische universalisme.

Politieke analisten beseffen niet hoezeer hun denkpatronen en daardoor hun door hen beïnvloede omgeving bepaald worden door hun hogere ideaal. Laat staan hoe diep dat ideaal in de levens ingrijpt van gemeenschappen die bestuurd worden door die politiek. Laat de ervaringen van de afgelopen jaren in het onderwijs wat dat betreft een voorbeeld zijn. Afstandelijke politiek is niet het probleem van geografische distanties maar van de grote, alomtegenwoordige huis-en-tuin-universalismen. Dezelfde die in de gemeenteraad van Lodderdorp heer en meester zijn over het Lodderdorper erfgoed en de Lodderdorper identiteit.

Het gaat niet meer om links of rechts, zoals de columnist ook aanvoert, het gaat om universeel of plaatselijk. Dat de keuze voor het laatste het onvermijdelijke einde inhoudt van de bekende politieke stromingen, ik hoop dat hij het nog mee zal maken.