De nieuwe De Gids is prachtig, maar mag nostalgie soms ook wrok heten?

Ingegeven @ vr 27-04-2012

De Gids was, in zijn doorstart met een fantastische lay-out (hulde daarvoor, ook aan De Groene Amsterdammer die dit heeft mogelijk gemaakt), geheel gewijd aan nostalgie. Een passend onderwerp, want literatuur en actualiteit bijeen. Althans, zo lijkt het. De lezers van De Gids zijn misschien meer dan gemiddeld ertoe geneigd om nostalgie, het weemoedige gevoel van nimmer te beantwoorden verlangens naar de onschuld uit voorbije tijden, op een lijn te stellen met het tegenwoordig breed beleden ongenoegen in de maatschappij. Ian Buruma en James Kennedy weidden hun artikelen daaraan. De laatste wijst in zijn artikel ‘Hedendaags onbehagen’ op een paar ontwikkelingen die er mogen zijn, zoals de erkenning door de socioloog Jan Willem Duyvendak dat nostalgie en thuisgevoelens door zijn discipline eindelijk eens serieus genomen worden.

Wat mij bij al deze auteurs opvalt is het opgestoken vingertje naar mensen en vooral politici die nostalgische verlangens zouden koesteren om die vervolgens te vertalen naar immigrantenhaat. Is dat werkelijk wat zij doen en zo ja, wat is dan de bedoeling van dat opgestoken vingertje? Dat politieke dwarsliggers daar de redelijkheid van inzien? Waarom blijft er net zoveel van die verzoeken om meer openheid naar vreemdelingen te betrachten bij de haters hangen als waterdruppels op een eendenrug? De goed bedoelde bevoogding werkt, zoals vaker het geval is, averechts. Hoe vaker intellectuelen komen aandragen met tuttuttut, ik voel wel waar de schoen wringt maar kan het niet wat minder, identiteit all right maar wel graag light (Duyvendak), of “uitingen van nostalgie die we beter kunnen vermijden” (Buruma), des te ongenuanceerder en onredelijker wordt het antwoord.

Wie wel eens grondig gefrustreerd en gekleineerd is geweest zodat een kast, een potlood, een hond of zelfs een kind het moest ontgelden, weet wat hier de ‘logica’ van is. Want dat is het precies. Afreageren van frustraties heeft niks met logica en al evenmin met nostalgie te maken. Des te meer met wrok en de gevoelige plek zien te raken van de veronderstelde – voornamelijk bij de linkse intelligentsia gezochte – veroorzaker van de pijn. (Ook linkse logica is overigens lang niet altijd redelijk, zo heb ik, zelf linkse kiezer, tot mijn spijt ervaren. Zo heb ik nog nooit van iemand gehoord dat hij/zij bij de aankoop van een huis het ‘buitensluiten’ van de buurt waarin dat huis staat als probleem zag. Toch blijft dit ‘argument’ alom in linkse kring de toon zetten waar de volstrekte foutheid van gemeenschapszin, identiteit, cultuur wordt ‘aangetoond’. Vergeet u ook zelf de broodnodige nuance niet, dames/heren intellectuelen?)

Het probleem lijkt typisch westers. ‘Nostalgie’ ziet er in Azië heel anders uit, aldus Remco Raben in zijn artikel in De Gids. Er is sprake van een “fundamenteel cultuurverschil”. Men mist daar het verleden niet, “pijn en weemoed zijn afwezig”. In het Westen is er de nostalgie voor – door de bank genomen – hoger opgeleiden, bij lager opgeleiden is daar wrok en bitterheid voor in de plaats gekomen. Die emoties worden inzichtelijker als we kijken naar de westerse cultuurgeschiedenis. Kennedy wijst daar ook op in zijn artikel. In het Westen zijn door hoger idealen universele waarden boven plaatselijke en particularistische gesteld. Het christendom verving de eigen voorouders en goden door een bekeringsideaal waar vreemdelingschap een rol bij speelde, het kapitalisme verving lokaal gemaakte spullen door monoculturen van centraal geproduceerde spullen, het socialisme verving de plaatselijke volkscultuur door die van de geïdealiseerde wereldbroederschap.

Idealen van de grote politieke partijen zijn geen van alle op culturele eigenheid gericht. Ik stel voor nu eens van dit pad af te wijken. Het wordt onveilig, onverdedigbaar, het loopt zelfs dood. Ik stel voor een politieke machtsfactor, een partij (bijvoorbeeld met de naam “cultuurpartij”) te vormen die, vanuit een linkse achtergrond een rechtse wending makende, stem geeft aan plaatselijke eigenheid. Even nationaal of internationaal georganiseerd als bestaande politieke richtingen, maar in plaats van universalistisch lokaal georiënteerd. Vanouds nemen lokale tegenstemmen tegen globale ingrepen in het bestaan van volken de vorm aan van protestbewegingen. Dat kan beter. De – dikwijls maar al te letterlijk te nemen – onverstaanbaarheid van het lokale kan zich vertalen naar het nationale door aan het plaatselijke denken universele belangen te verbinden. Door elkaar op te zoeken en zo samen sterk te komen staan. Ik denk dan aan bepaalde rechten bij het inrichten van landschap, onderwijs en culturele uitingen zoals feesten en tradities.