De Groene Amsterdammer en het onbehagen
Ingegeven @ do 21-04-2011
Wat kwam er de afgelopen weken langs in de Groene Amsterdammer? Op 31-03 de “castingmaatschappij” (bewijs maar dat je uniek bent voor de goegemeente, de mens als merk dat zich verkopen moet), op 14-04 “een land vol hufters” (we worden agressiever en lichtgeraakter; van de twijfelaars hieraan wil ik tussen haakjes wel eens weten: schold jij een ander vroeger ook wel eens uit voor moederneuker of zei jij ook om de andere zin kut of fuck?) en, in een mooie recensie van de film Somewhere van Sofia Coppola door Gawie Keyser, “de glans van neon” (voor iets echts en waardevols is in deze tijd geen plaats meer, de schoonheid van een berg vervaagt achter de golfer op de voorgrond).
Hoe verkeerd is het om deze verschijnselen te koppelen en vast te stellen dat het sociaal gesproken bergafwaarts gaat met onze westerse cultuur? Of zelfs, dat Tristan van der V. cum suis daar het product van kunnen zijn? Je mag dan weliswaar niet doemdenken volgens Van Kooten & De Bie, maar hoeveel Van der V.’s zijn er nodig om genoemde zaken toch maar eens bijeen te nemen en daar duiding aan te geven op een ambitieuzere manier? Hoe lang blijven we ons zand in de ogen strooien door die zaken van elkaar te splitsen en daar diepzinnig specialistisch over te gaan doen met verwijzingen naar zaken die het zicht op het geheel verduisteren?
Misschien wordt het tijd eens naar de hoofdzaken te zoeken, want die zijn er. Hoeveel verlichte filosofen zijn er geweest die de weg naar individuele vrijheid als een nieuwe heilsboodschap verkondigden, daarmee de (terug-) weg afsluitend naar het belang van groepsidentiteit en plaatsgebondenheid? Staat die verlichte heilsboodschap niet in het historische verlengde van het universalisme van het christelijke “credo”, de individuele verlossing in het geloof? Zo ja, dan zou het makkelijker worden om het een en ander in kaart te brengen wat onze geestelijke herkomst en haar aberraties aangaat. Als ik het verkeerd zie, voor mijn part, maar zoek het dan elders, en trek het dan eens breed!
Dat zijn wij denkers, intellectuelen, verschuldigd aan de ongelukkigen, onszelf incluis, om de oorzaak van het al zo lang geconstateerde, in ontelbaar vele kunstwerken gespiegelde en becommentarieerde, geestelijke leed dat van doen heeft met geïsoleerdheid van individuen (in buurten, maar o schande, ook weer in verzorgingshuizen in Amsterdam waar onze behoeftige ouders dagelijks aan verwaarlozing worden blootgesteld zonder dat de familie optreedt en aan die wantoestand terstond een einde maakt!) op de snijtafel te leggen en aan een analyse te onderwerpen.
Blijkbaar staan er teveel acute belangen op het spel. Hoe bedenk je een scenario waarmee die belangen op een goede dag in een keer gerelativeerd worden en in het perspectief komen te staan van het grotere geheel? De plotselinge opmars van een horde Tristans van der V. op alle continenten? Een veenbrand van aan dit of dat verslaafden of een dierenvirusziekte die overal de kop opsteekt en aan economische vooruitgang een dramatisch halt toeroept? Of laten we ons eerst maltraiteren door een paar milieurampen van ongekende omvang, voor we zelf in alle redelijkheid in actie komen? Zou alleen een dergelijke ramp tot het dieper gaande inzicht kunnen leiden dat genoemde belangen (ik resumeer: het vooruitgangsideaal als ultieme zingever, de groei van de economie als maatbepalend, innovatieve spullen, diensten als hoogste doel van het bestaan) aan een herziening toe zijn door het onderstrepen van andere belangen? Nee, niet in de plaats van, maar daarnaast een plaats opeisend in een volwaardige en openlijke concurrentieslag.
Ik merk tot mijn – gefingeerde – schrik dat deze nieuwsrubriek een dekmantel gaat worden voor het afwerken van een lijst met Boodschappen. Voor zover die al niet duidelijk werden in mijn Kernverhaal hieronder, moest ik, ter voorkoming van een repeterend boodschappenverhaal, daar wat vaker naar verwijzen.