Nogmaals het SM. Pet af voor een prins
Datum: wo 26-09-2012. In: Verhaal & Kunst
22 September, 5 uur: Kunstuur van de AVRO over het pas geopende Stedelijke Museum. Bravo. Wat een spannende intro. Eerst wat stamelende onbegrijpelijkheden van de beide architecten (de provocerende vorm van de nieuwe aanbouw was niet “in het bad” bedacht, zoals Andrea van Pol ironisch suggereert, maar kwam zomaar, uit het geniale niets van het bouwmeesterlijke Zelf vandaan; “Het wit dat Sandberg binnen aanbracht hebben we naar buiten gebracht”, daarmee zo te zien bedoelende, een bel witte kauwgom opgeblazen tot een monsterlijk formaat).
We weten het nu wel, er spelen Belangrijkere Belangen mee dan gewone mensen aankunnen, die vanaf hun fiets op iets een eerste aanblik werpen. (Denk niet “wat vind ik hiervan”, maar denk: “wat zou de architect bedoeld hebben”, zoiets als ‘contrastwerking’, ik noem maar wat.) Maar dan gebeurt er iets bijzonders. Twee koppels verkennen het terrein. Henk Schiffmacher, tatoeëerkoning-met-smaak, in steeds hoger oplopend conflict met Johanna Tersteege, “internationaal vermaard actrice”, en Andrea van Pol met Prins Constantijn (met “Constantijn” stelt hij zich voor).
Het eerste koppel onderscheidt zich door, zoals gezegd, een vette, maar van meet af onvermijdelijke ruzie. Schiffmacher, onstuitbaar Dionysisch, met een geoefend oog voor kunst en wat hij daarin wel en niet waardeert, Tersteege, beschouwend Apollinisch, en met een niet te stillen drijfveer om Schiffmachers onstuitbaarheid de les te lezen. Alleen vergeet zij daarbij meer in huis te moeten hebben dan “stil nou eens, hier wil ik even stil naar kijken”, of “hier zie ik een heel drama in”, of “weet je wel dat die schilderes een feministe is”. Schiffmachers geduld raakt op van zo’n gebrek aan empathie, met hem, sociaal (dat dirigisme en die strengheid!) en met het wezen van de kunst. Ik geef hem gelijk, voor een abstracte blik van bovenaf moet je bij abstracte kunst niet zijn. Boeiend om die twee kijkmanieren naast elkaar te zien en te zien ontsporen.
Maar dan, de Koninklijke blik van Constantijn! Want wat een machtig oog op kunst heeft deze prins! Hij rent haast door gangen en zalen heen, voelt zich als een kind aan huis in dit kunstpaleis, en zo, met ongewoon geoefende kritiek becommentarieert hij wat hij ziet. Als Andrea, hem interviewend, toeroept: “ik kan u niet bijhouden!” lijkt het even figuurlijk als letterlijk bedoeld. Je weet niet wat je hoort, zo raak en zelfbewust.
Goed, ze hadden bij hem thuis, behalve schilderijen van familieleden, ook veel moderne kunst. En beeldhouwwerken die als klimobjecten dienden. Daar met lichte ironie aan toevoegend: “misschien allemaal wel pedagogisch bedoeld”. Vlijmscherpe observaties over de inrichting der zalen (bij Sol LeWitt “ik weet niet of de camera wel bestand is tegen al die kleuren”), de noodlottige restauratie van Newman’s Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue, en het werk dat een zaaltje vult met grote, vale, doeken met steeds een andere kleur: “vergeleken met Rothko wat vlak”.
Pet af voor deze ‘amateur’!