Op naar de canto ostinato in de samenleving
Overdenking bij de dood van Simeon ten Holt.
Ingegeven @ di 27-11-2012. In: Verhaal & Kunst
Lang leve de Canto Ostinato!
Het steeds herhaalde, kabbelende themaatje van de Canto Ostinato, uitgevoerd door een of meer piano’s, met zijn steeds wisselende verwevenheid van samenklanken, het geeft iets van betovering en troost. Zich loswekend van de klokkentijd, zoals Mischa Spel schreef in de NRC.
Een dergelijke tijdloosheid wens ik toe zich, kunstig en kunstzinnig, in te weven in de samenleving. Zo zou je een epische betrekking met dingen en gebeurtenissen kunnen aangaan. Een grondtoon vinden in het leven, traag voortkabbelend in duurzaamheid, geen einde kennend, inspiratie puttend uit de verveling van een volhardende ritmiek. Als het ritme van een landschap, oneindig variabel maar met dezelfde basiselementen. De grondtoon brengt de rest tot leven, een glimp van het sublieme vang je op. De toon die je ook vindt in sprookjes en verhalen. Weer, weer, nog een keer, roepen kleine kinderen nadat zij een verhaal al honderd keer gehoord hebben. Het is ook de toon van volksmuziek en dansjes.
Het terugvinden van dergelijke traagheid en herhaling op momenten van bezinning bij de plechtigheden van het leven is geen sinecure, het is niet weggelegd voor amateurs. Een grap, een zelfgemaakt gedicht, een actualiteit, het haalt het niet in vergelijking met een canto ostinato uit de mythe.
We kunnen het proberen met een “canon ostinato”, het episodische ontstaansverhaal – van Nederland en landelijke regio’s – dat tegenwoordig bezig is de luwte van de samenleving op te zoeken. Om zich in te dekken tegen de vernieuwingsdriften in het onderwijs. Het zijn die driften, met hun onophoudelijke aanval op het ostinato van de samenleving, met hun aura van geboden oplossingen zonder hun destructieve aard te laten zien. Want elke “onderneming”, “oplossing” of “innovatie” is, vaak zonder dat te willen, vernieler van gewoontes. De jubeltoon waar nieuwe spullen en gebeurtenissen mee gepaard gaan overheerst bij alles. Er is behoefte aan een grondtoon. Niet het minst voor jongeren, aan drugs verslaafden en gedeprimeerden. Als de grondverf in de opvoeding, waarop de kleurstof zich tenslotte hecht. De metafoor is uit Plato’s Politeia.
Zet de toon van Simeon ten Holt maar door tot in het onderwijs en de alledaagse omgang met een gedeeld verhaal. Het is een eerste – maar meest omstreden – behoefte van de menselijke soort. Vooruit dus met die schuit.